Tussen april en juni 2017 heeft Hollandia Archeologen een archeologisch onderzoek uitgevoerd aan de Koningstraat 54 in Haarlem. Onder het pand wordt een bestaande kelder verdiept en deels uitgebreid. Omdat de kelder eerst werd uitgebreid en vervolgens over de volledige oppervlakte verdiept, kon de bodemopbouw meteen al worden opgetekend. Hieruit blijkt dat (op dit kavel) vanaf de 13de eeuw tot nu is gewoond en daarom is opgehoogd. Onder de eerste loop- en ophogingslagen ligt het oud-duinniveau dat met een keerploeg meerdere malen is omgezet. Het aardewerk uit de bovenste akkerlagen dateert uit de 11de-12de eeuw. Aanwijzingen voor mogelijke oudere bewoning in het onderzoeksgebied zijn een fragment handgevormd aardewerk uit de late ijzertijd-Romeinse tijd en een fragment geïmporteerd aardewerk uit de Karolingische tijd die in kuilen zijn gevonden. Een verklaring hiervoor kan zijn dat toen de kuilen werden gegraven er scherven van een dieper niveau zijn opgespit, die daardoor in secundaire, of tertiaire context terecht zijn gekomen.
Het pand omvat twee percelen (nummer 52 en 54) die in 1899 zijn samengevoegd. Deze scheiding is zichtbaar in de kelder. Op het voormalige kavel 54 is aan de straatzijde nog een kleine kelder met een nis aanwezig die op basis van de baksteenformaten (21,5 x 10,5 x 5,0 cm) in de eerste kwart van de 16de eeuw gedateerd wordt. De kelder onder nummer 52 is mogelijk in de tweede helft van de 16de eeuw aangelegd. Beide percelen kunnen zijn getroffen door de stadsbrand in 1576 of door verval en zijn mogelijk aan het begin van de 17de eeuw weer opgebouwd. De twee panden krijgen een gezamenlijke muur (baksteenformaat 18,5/19,0 x 9 x 4/4,5 cm). Bij de bouw van het huidige pand in 1899 zijn de vloerbalken van het 17de-eeuwse woonhuis hergebruikt. Sporen hierop geven aan dat destijds drie schouwen boven elkaar hebben gelegen, mogelijk in de kelder, op de begane grond en op de eerste verdieping. Achter de panden lagen de water- en beerputten. Achter nummer 52 zijn daarvan slechts de ingravingen waargenomen. Achter nummer 54, met de kleine kelder en waar de uitbreiding plaatsvindt, liggen een beerkuil, twee bakstenen beerputten en een kelder.De kelder ligt op de plek van de voormalige achtergevel. Deze is mogelijk in de tweede helft van de 18de of in de 19de eeuw verwijderd. De twee bakstenen beerputten liggen achter elkaar, met de oudere verder van de achtergevel verwijderd. De oudste beerput bevat materiaal uit de periode 1350-1650. Deze is dus lang in gebruik geweest en niet altijd even grondig leeggehaald. De beerput is aangelegd in een beerkuil met daarin materiaal uit het begin van de 14de eeuw. Direct achter de achtergevel ligt een kleinere bakstenen beerput met daarin materiaal uit de eerste helft van de 18de eeuw. Met de inzet van de Archeologische Werkgroep Haarlem zijn uit de twee beerputten circa 70 complete voorwerpen gereconstrueerd. Vermeldenswaardig is tot slot een zeer diepe waterput op het perceel van nummer 52. Deze dateert uit circa 1800 en zal net als de oude beerput in de nieuwe situatie behouden blijven.